REGENT van stok tot slok.

laatste update : 16 maart 2023. Naamgeving REGENT

Wat weten wij van onze druivensoort :

wijngaard koningswinter 2019

Algemeen : De wijnrank is van nature een slingerplant uit de laaglandbossen in het Middellandse zeegebied. Het is een klimplant, en als zodanig heeft hij veel licht nodig, een warm klimaat, voldoende water en een relatief vochtige lucht. Voor het goed gedijen van de wijnstok is een temperatuur van 25-28⁰ C. ideaal.

Iedere hogere temperatuur vermindert de productiviteit. Bij een hogere temperatuur overtreft de verdamping de assimilatie: de wijnstok vergt dan meer van zijn wortels dan zij uit de grond kunnen opnemen – zelfs uit vochtige grond. Het groei- en rijpingsproces gaat trager en komt tot stilstand.

Veel of weinig zon is belangrijk voor de warmte niet voor de hoeveelheid licht. Temperatuur is een dominerende factor, n.l. de wijnstok gaat bloeien zodra de lucht de grond begint te verwarmen.

Het micro-klimaat in een wijngaard is vooral te danken aan beschutting tegen wind: de wijnstokken geven elkaar beschutting, of de wijngaard ligt in de luwte van een muur, haag of heuvel. In onze noordelijke streken is deze wederkerige beschutting voor de wijnstok van vitaal belang.

Regent :

Regent is een rode wijndruif die gedeeltelijk resistent is tegen valse meeldauw (Plasmopara viticola) en echte meeldauw (Uncinula necator). Ze is na de zogenoemde oude Franse hybriden, de eerste nieuwe schimmelbestendige rode wijndruif, die een grotere verspreiding bereikt heeft. (in Duitsland ca. 2000Ha). Ze bezit tegenover de belangrijkste meeldauw-schimmelziekten van de druiven een verhoogde weerstand. Ze behoort momenteel tot de belangrijkste schimmelbestendige kwaliteits-druivensoorten wereldwijd. De opbrengst is een kleurintensieve krachtige rode wijn.

Afstamming :

Regent is een Duits druivenras, ontstaan uit een kruising van Diana (Silvaner x Müller-Thurgau) en Chambourcin. De kruising werd in 1967 uitgevoerd door prof. dr. Gerardt Allewelt (1927-2005) aan het wijninstituut Geilweilerhof in Siebeldingen in Rijnland-Palts.
De druif staat hier bekend onder het onderzoeksnummer Geilweilerhof 67-198-3.
De verhoogde weerstand tegen schimmel dankt zij aan de eigenschappen van de Chambourcin.

Op 4 maart 1994 werd in Duitsland het kwekersrecht verleend. Op 15 oktober 1996 werd ook het communautair kwekersrecht verleend, ( europese soort-toelating)   alsook de classificatie  voor productie van kwaliteitswijn.

In haar stamboom zijn de wilde soorten Vitis aestivalis, Vitis cinerea, Vitis labrusca. De wijn heeft een hoog aandeel malvedin, wat de intensieve rode kleur veroorzaakt. Door deze kleurstof is bij een menging met andere soorten, de aanwezigheid van deze wijn makkelijk aantoonbaar.

                

Enkele eigenschappen en aanplantvoorwaarden :

  • Regent is een middelmatige vroege uitloper en bezit een middelmatig – tot sterke groei.
  • bij veelvuldige regen voor- of tijdens de bloeitijd bestaat verhoogd risico op schijn-botrytis,
  • de weerstand tegen Peronospora is middelmatig, het blad is minder resistent.

De jonge wijnstok heeft een Amerikaanse onderstok en is ca. 30-32 cm lang. Daardoor is hij resistent tegen druifluis. Boven op de ent ontspruiten twee takjes. Deze zijn omgeven met een beschermende groene waslaag. Het plantgat wordt gemaakt met een zwaar boorijzer en wordt ca. 40-50 cm diep.

Elke wijn begint in de wijngaard.

Het plantgat wordt gevuld met drie tot vier volle handen met teeltaarde of turfmolm.
Dit wordt daarna overvloedig gevuld met water.
Vervolgens wordt de nieuwe stok diep in het plantgat geplaatst, dan wordt hij voorzichtig omhoog getrokken totdat alleen de ent boven de grond uitsteekt.
Zodoende wijzen de wortels naar beneden. Met een speciaal stokje wordt de pootaarde behoorlijk aangedrukt.
En zo zijn 500 stokken aangeplant in het voorjaar van 1999, omringd door een beschermnetje of -huls.

“Nun waas und jedei, und bring jot bei”.

Aldus de spreuk in Mayschoss. Vrij vertaald: “Nu groei en gedij, en breng goede oogst“.

De eerste uitlopers worden zichtbaar na ca. drie tot vier weken.
In het tweede jaar is de nieuwe wijnstok voldoende groot om voorzichtig bewerkt te worden op de weg naar een volwaardige “productiewijnstok”.
Het duurt ca. 3 jaren voordat aan een wijnstok druiven groeien die geschikt zijn om verwerkt te worden tot wijn.

Enkele jaren later :
Van jonge plantage naar volwassen wijngaard.

De volwassen wijngaard tijdens een mooie zonnige dag. .

Ampelografische kenmerken :
(Wetenschappelijke beschrijving van wijnstokken.)

– uitlopers zijn open en zijn wit “behaard”,
– de groei is middelmatig tot sterk en wordt zeer “wollig”,
– het blad is 3-lobbig (zelden 5-lobbig),
– de druif is ovaalvormig, middelmatig groot en vormt losse trossen (minder kans op rotting),
– de bessen zijn donkerblauw tot violet gekleurd,
– het sap van de bessen is licht gekleurd,
– de druif is ongeveer midden/eind september volrijp,
– Regent is een wijndruif, maar ook geschikt voor consumptie.

Het groeiseizoen vanaf maart :

Door zorgvuldige bodembewerking en voldoende aandacht aan de ontwikkeling van de ranken en trossen moet gezorgd worden voor een goede ontwikkeling van de a.s. oogst.
Op foto 15 en 16 zijn de eerste trossen al zichtbaar. Deze groeien rechtop en zijn zeer kwetsbaar.
Omstreeks 21 juni is de bloei in de wijngaard op zijn best (geurt als bloesem van lindeboom).

Medio juli/augustus, als de trossen zwaarder worden dan buigen ze naar beneden.

Dan is ook de tijd van véraison, dit is het verkleuren van de druiven. Het suikergehalte van de druiven verandert ingrijpend. De stokken groeien dan sterk met een halfrechtopgaande groeiwijze.

Spreuk : “Mit Sankt Jakob und Anna sollen die Trauben hangen”.
(25 en 26 juli.)

Droog en warm weer zorgt voor snelle groei van de stokken en gelijktijdige groei van de druiven aan hun trossen. Regent heeft kleine tot middelgrote blauwe bessen. Deze hangen aan kleine tot middelgrote, enigszins compacte trossen. die toch goed ventileren, (dit veroorzaakt weinig rotting). De bessen worden erg zoet met een kruidige smaak.

Oogsten :

De bessen rijpen in Nederland vanaf eind september. Hier begint dan ook de tijd dat regelmatig gemeten wordt hoe het suikergehalte zich ontwikkelt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een refractometer. (genoemd naar de Zwitserse ontwerper Hr. Oechsle)

Als het suikergehalte voldoende is wordt de pluk georganiseerd. Dit is veel werk voor alle Winzer hun familieleden en vrienden.

De druiven uit de Eurodewijngaard (van 1999) worden naar Mayschoss gebracht, de oogst van de Ailbertuswijngaard (van 2013) worden naar wijngoed St. Martinus in Vijlen gebracht en worden daar verwerkt tot onze wijnen.

“Meisterleistung” in de wijnkelder :

Het werk van de natuur is voorbij, de druiven zijn geoogst. Dan beginnen de werkzaamheden in de wijnkelder. Het is een taak in de wijnkelder om de kwaliteitsbepalende eigenschappen uit de wijngaard van de druiven in de wijn te brengen en deze door vinificatie verder te veredelen.
In volgorde:
1. Bij ontvangst in de kelder worden de druiven voorzichtig geperst. De druiven worden dan samengedrukt, zo ontstaat de zogenaamde “Maische”. Kwaliteitsbewuste Winzer doen bij bepaalde soorten vooraf de bessen ontstelen. Voor witte- en rosé- wijn wordt de Maische na een korte tijd volledig uitgeperst. In tegenstelling wordt rode wijn vooraf verwarmd met schillen en pitten. Na het persen daarvan ontstaat dan een warm sap dat nog troebel is.

2. Dit sap wordt in vaten opgeslagen en begint daar te gisten. Dit vergisten ontstaat omdat de giststoffen een natuurlijk bestanddeel zijn van druiven en sap. De vruchtsuiker uit de druiven wordt omgezet in alcohol en koolzuur. Als de natuurlijke giststoffen niet voldoende zijn om het vergisten te beginnen, dan kan de keldermeester z.g. “Reinzuchthefen” gebruiken, deze zijn speciaal voor de wijnbereiding ontwikkeld.

“Im Keller scheiden sich die Geister”.

houten vaten in wijnkelder

Naast traditionele grote houten vaten heeft de keldermeester vandaag de dag ook de beschikking over roestvrijstalen “ketels”. Daardoor kan hij al naar gelang van druivenras en stijl, een keuze maken voor de meest geschikte vinificatie.
De grote RVS-vaten zijn ruim 30 jaar geleden in de wijnkelders in gebruik genomen.
De laatste jaren geniet ook het Barriquevat (±230 ltr.) weer een toenemende populariteit.


Uiteindelijk is niet de opslag die de kwaliteit van de wijn bepaalt, maar de vaardigheid van de keldermeester, die begrijpt hoe hij met de talrijke processen omgaat die in het verloop van de vinificatie optreden en die in de geest van een betrouwbaar en hoogwaardig product weet te benutten.
Het sensibele handje van de keldermeester wordt met prachtig complexe en gestructureerde wijnen beloond. Resultaat is een prachtige rode wijn.

De Wijn :

De Wijn is dieprood, kleurintensief en is rijk aan tannine (zuren) met een smaak van bosvruchten/kersen. Bij rijping op vat verbetert de kwaliteit van de wijn.

Als rosé verwerkt, ontstaat een smaakvolle wijn.

Regent is ook geschikt om in een cuvee verwerkt te worden, omdat hij door zijn vele tannines de duurzaamheid verlengt.

Krachtige rode wijn kopen? | Groot Assortiment | Wijnbroeders
Een gezonde geest leeft niet in een droog lichaam.

De naamgeving : REGENT

De Regent is een diamant van 140,64 karaat. Deze werd in 1698 gevonden door een slaaf in een mijn in de omgeving van Golkonda (India). De slaaf hoopte hiermee rijk te worden en verstopte de nog ruwe diamant in een wond in zijn been. De slaaf zou zelf echter bestolen en vermoord worden. In 1701 kocht Thomas Pitt de diamant van een handelaar in Madras.

De diamant wordt om deze reden ook wel de Pitt Diamond genoemd. Vaak is deze steen in de loop van der tijden beleend om oorlogen mee te betalen. De steen kwam in 1717, via de Franse edelstenenhandelaar Jean-Baptiste Tavernier, in het bezit van de Franse Kroon, door toedoen van Filips van Orléans, regent van Frankrijk.

boven aanzicht van de REGENT diamant

De diamant werd later door koning Lodewijk XV van Frankrijk in zijn kroon gedragen tijdens zijn kroning in 1722. Daarna kwam de diamant in het bezit van Lodewijk XVI. De diamant werd ook door Marie Antoinette gedragen. Tijdens de Franse Revolutie, in 1792, werd de diamant, samen met de Sancy en andere kroonjuwelen, gestolen.

Teruggevonden in 1793, werd hij door de regering verpand om de oorlogvoering te betalen. Vervolgens werd hij teruggekocht door Napoleon Bonaparte. De veldheer versiert zijn zwaard ermee tijdens zijn kroning in 1804 tot keizer.

De siersteen zelf : In het begin is de diamant 410 karaat (1 karaat = 0.200 gram). Na kloven en slijpen in “kussenmodel” is nog 140.5 gram karaat over.

Tegenwoordig is de Regent te bezichtigen in het Louvre.

Vervolg met een bezoek aan onze kalender van werkzaamheden in de

Kalender van de wijngaard.